Eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling eigen woning: bestedingstermijn blijft 3 jaar
Voor de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling geldt als vereiste dat de begiftigde het bedrag van de schenking uiterlijk in het tweede kalenderjaar volgend op het eerste kalenderjaar waarvoor een beroep op de verhoogde vrijstelling is gedaan, heeft besteed ten behoeve van een eigen woning. Als in de aangifte schenkbelasting voor een schenking in 2022 een beroep is gedaan op de vrijstelling, geldt dat de schenking uiterlijk op 31 december 2024 moet zijn besteed ten behoeve van de eigen woning. Het maakt niet uit of de schenking pas in december 2022 is ontvangen of al in januari 2022. De uiterste bestedingsdatum van 31 december 2024 is eveneens van toepassing op een aanvullende schenking in 2023 als de vrijstelling in 2022 niet volledig is benut. De begiftigde heeft dan dus tot en met 31 december 2024 de tijd om het totaal ontvangen bedrag aan te wenden voor de eigen woning. Als de begiftigde voor het kalenderjaar 2023 een beroep doet op de vrijstelling van maximaal € 28.947, geldt de bestedingstermijn van 3 kalenderjaren, dus tot en met 31 december 2025. Overigens is het bedrag van € 28.947 voor 2023 gelijk aan het bedrag dat geldt voor de eenmalig verhoogde vrijstelling zónder bestedingseis, zodat in 2023 een beroep op de eenmalig verhoogde vrijstelling eigen woning in de relatie ouders/kinderen geen toegevoegde waarde meer heeft.