Juridische begrippen

in begrijpelijke taal

Waarom is de voorlichting door de notaris zo belangrijk? Allereerst om zekerheid te krijgen. Dat u alles wat relevant is voor uw keuze, ook heeft overwogen. Dat u de gevolgen van uw keuze overziet en accepteert. Maar ook omdat de taal in akten zo juridisch is. Dat komt onder meer omdat bepaalde zaken niet voor tweeërlei uitleg vatbaar mogen zijn. Wij kiezen dan formuleringen zoals die ook in de wet of in rechtelijke uitspraken voorkomen. Dan loopt u in een onverhoopte procedure niet de kans dat uw keuze anders uitgelegd wordt.

Onderstaand een opsomming van de belangrijkste begrippen die u bij ons en in onze akten tegenkomt. Onderstreepte termen vindt u elders in deze begrippenlijst terug, met uitleg.

Aanverwanten.

De (groot)ouders, ooms, tantes, broers en zussen van uw partner zijn uw aanverwanten, ofwel de aangetrouwden, ook wel “de koude kant”. Uw (klein)kinderen, en ook uw (groot)ouders, ooms, tantes, broers en zussen zijn uw bloedverwanten.

Akte.

Een akte is pas een akte als deze is ondertekend en gedagtekend. In een akte worden feiten, handelingen, gebeurtenissen en/of verklaringen vastgelegd. De akte is het bewijs van wat er in geschreven staat. Een authentieke akte is opgemaakt door een bevoegd openbaar ambtenaar, zoals een notaris of een rechter. Het getekende exemplaar dat wij van de akten bewaren, heet de minuut. Wij mogen afschriften afgeven van alle authentieke akten die wij hebben opgemaakt. Zo’n afschrift is de letterlijke weergave van de volledige inhoud van de originele akte en wordt altijd door ons ondertekend. Een bijzonder afschrift van de akte is de grosse.

Authentiek.

Een akte is pas authentiek als die door een daartoe bevoegde ambtenaar is opgemaakt. Dat zijn bijvoorbeeld ambtenaren van de burgerlijke stand en notarissen. De akte krijgt daarmee hetzelfde gewicht als een vonnis van de rechter. Een authentieke akte is de tegenhanger van de onderhandse akte, die iedereen kan opmaken. De bewijskracht van de authentieke akte is sterker. Bovendien kunt u met de grosse van bijvoorbeeld een notariële akte van geldlening buiten de rechter om beslag laten leggen op het vermogen van uw schuldenaar, indien deze in verzuim is met betaling.

Bewind.

U kunt in uw testament bepalen dat het erfdeel van een erfgenaam voor een door u bepaalde periode moet worden beheerd door een bewindvoerder. De erfgenaam kan gedurende die tijd niet zelfstandig over zijn of haar erfdeel beschikken.

Bloedverwanten.

Uw (klein)kinderen, en ook uw (groot)ouders, ooms, tantes, broers en zussen zijn uw bloedverwanten. Dat zijn alle mensen die een gezamenlijke “stamvader en/of stammoeder” hebben, door geboorte aan elkaar verwant. Diezelfde mensen zijn dan de aanverwanten van uw partner, de aangetrouwden, “de koude kant”.

Codicil.

In een codicil schrijft u – met de hand(!) – uw wil op met betrekking tot een beperkt aantal zaken, zoals die na uw overlijden moeten worden uitgevoerd. Het codicil moet voorzien zijn van uw handtekening en de datum waarop u deze hebt geschreven. Veel zaken kunt u niet in een codicil regelen, maar wel in een testament.

Comparanten.

Elke akte begint met het vermelden van de “comparanten”. Dat zijn de mensen die bij ons komen om hun handtekening onder de akte te zetten, en daartoe ook bevoegd zijn (‘verschijnende personen’) .

Centraal Testamentenregister (CTR).

In het Centraal Testamentenregister zijn alle in Nederland opgemaakte testamenten vermeld. Niet met de inhoud, maar met gegevens over wie het testament wanneer heeft ondertekend. Zo is er altijd inzicht in de beschikbaarheid van het laatst opgemaakte testament. Dat is het testament dat geldig is. Wij kunnen met inzage in het register nagaan of er een testament is gemaakt en bij welke notaris dat in het archief zit.

Curatele.

Curatele betekent dat iemand onder toezicht is gesteld. Als een meerderjarige zijn eigen belangen niet meer behoorlijk kan behartigen (bijvoorbeeld omdat hij aan een geestelijke stoornis lijdt), dan kan hij door de rechter onder curatele worden gesteld. Er wordt dan een ‘curator’ aangesteld, die de verzorging van de betrokkene moet regelen en zijn of haar geld en goederen beheren. Degene die onder curatele is gesteld, kan niet meer vrij over zijn vermogen beschikken. Hij heeft elke keer opnieuw toestemming nodig van de curator. Ook iemand die failliet gaat, krijgt een curator.

Erflater.

Als iemand is overleden, laat hij zijn bezit (geld, goederen) en schulden na, als erfenis. In het recht wordt zo iemand aangeduid als “erflater”.

Erfgenaam.

In de wet staat wie uw wettelijke erfgenamen zijn. Als u geen testament hebt laten opmaken, dan krijgen zij de erfenis. U kunt daarvan in een testament afwijken en zelf bepalen wie uw erfgenamen zijn.

Erfpacht(er).

Niet altijd staat een huis op ‘eigen grond’, soms is die grond van de gemeente. Die geeft de grond waarop het pand staat in erfpacht aan de huiseigenaar. Die heet dan ‘erfpachter’ en moet een jaarlijkse heffing aan de grondeigenaar betalen, de erfpachtcanon.

Estate planning.

Het gedurende een bepaalde periode geleidelijk overdragen van vermogen van de ene generatie op de volgende.

Executeur.

Executeur betekent letterlijk “uitvoerder”. Hij wikkelt de erfenis af namens de ergenamen van de overledene. Als u iemand tot executeur wilt benoemen, dan moet u dat in een testament doen.

Faillissement.

Als u uw schulden niet meer kunt voldoen, kunt u terecht komen in een situatie van faillissement. Een faillissement wordt uitgesproken op eigen verzoek of op verzoek van schuldeisers. Het verzoek moet aan de rechtbank worden gedaan, die spreekt een faillissement uit. De rechtbank benoemt dan een curator (beheerder), die uw vermogen in beheer krijgt en zoveel mogelijk goederen verkoopt om met de opbrengst daarvan schulden te kunnen betalen.

Grosse.

Een grosse is een bijzonder afschrift of uittreksel van de authentieke akte. De grosse van een notariële akte heeft dezelfde kracht als een door de rechter uitgesproken vonnis, wat van belang is voor het treffen van executoriale maatregelen (beslag).

Gunning.

Op een veiling wordt door de aanwezigen op objecten geboden. Dat kunnen huizen zijn (of andere onroerende goederen) of roerende zaken (zaken die niet aard- en nagelvast met het onroerend goed zijn verbonden). Het betreffende object wordt door de verkoper of de veilende hypotheekhouder (bijvoorbeeld de bank) aan de hoogste bieder toegewezen. In het veilingjargon heet dat “gunnen”.

Kadaster.

Het Kadaster is het openbare register waarin alle onroerende zaken in Nederland zijn geregistreerd. Daarmee is voor iedereen inzichtelijk wie de eigenaar is van een huis, een gebouw, een stuk grond of een schip, wie erfpachter is, welke hypotheken er op het object rusten, enzovoort.

Legaat.

Wilt u een bepaald geldbedrag of bepaalde goederen nalaten aan een persoon of goed doel, dan moet u dat in uw testament regelen. Zo’n regeling heet dan “legaat”. Degene die dit legaat ontvangt heet “legataris”.

Legitimaris / Legitieme portie.

U kunt uw erfgenamen in uw testament onterven. Maar sommige erfgenamen (kinderen en – als een kind is overleden en zelf kinderen achterlaat – kleinkinderen) hebben op grond van de wet recht op een deel van de erfenis. Dat heet “legitieme portie”. De betreffende erfgenamen worden in de wet “legitimaris” genoemd. Als zij bezwaar maken tegen de onterving, moeten zij hun legitieme portie uit de erfenis ontvangen.

Minuut.

Dit is het getekende exemplaar van de authentieke akte. De minuut wordt altijd door de notaris bewaard.

Nalatenschap.

Uw erfenis. Alle bezittingen en schulden die u na uw overlijden achterlaat.

Onderhands.

Als een overeenkomst zonder ambtelijke (notariële) tussenkomst wordt opgemaakt tussen partijen onderling, is er sprake van een onderhandse akte. Wordt de overeenkomst of akte wel door de notaris of een andere bevoegde ambtenaar opgesteld (en mede-ondertekend) dan is sprake van een authentieke akte.

Onroerend.

Onroerende zaken zijn voornamelijk grond en gebouwen die met de grond duurzaam zijn verenigd, zoals een huis, watertoren, viaduct, bedrijfspand. Een hechte verbinding is niet noodzakelijk. Zo is bijvoorbeeld een stacaravan op een recreatiepark, in gebruik als tweede huis, ook onroerend, ook al is hij eenvoudig verplaatsbaar.

Onroerende zaken kunnen alleen worden overgedragen als een notariële akte van levering wordt ingeschreven in de registers van het Kadaster. Het zijn ‘registergoederen’. De notaris zorgt voor die inschrijving (digitaal).

Rechtspersoon.

Een rechtspersoon is een organisatie(vorm) die zelfstandig aan het rechtsverkeer deelneemt. Die zelf dingen kan kopen, overeenkomsten kan afsluiten, enzovoort. Voorbeelden van rechtspersonen zijn een naamloze vennootschap, besloten vennootschap, stichting of vereniging.

Registergoed.

Zie onder “Onroerend”. Ook teboek gestelde schepen en luchtvaartuigen zijn registergoederen (maar zij zijn niet onroerend).

Roerend.

Roerende zaken zijn goederen die niet onroerend zijn.

Statuten.

Statuten bevatten de grondregels, alle van belang zijnde regels en bepalingen van een rechtspersoon: de naam, doelstelling, plaats van vestiging, het kapitaal en nog veel andere regels met betrekking tot de juridische structuur van de rechtspersoon.

Stiefkind – stiefouder.

Een stiefkind is het kind van uw echtgenoot of geregistreerde partner, dat niet tevens uw eigen kind is. De echtgenoot of geregistreerde partner van uw vader of moeder is uw stiefouder, indien zij of hij niet tevens uw eigen moeder of vader is.

Surseance van betaling.

Als u tot de conclusie komt dat u niet al uw schulden meer kunt betalen, maar verwacht dat u dit na verloop van een bepaalde tijd wel kunt doen, kunt u de rechter om uitstel van betaling vragen. Als de rechter dat toestaat, verleent hij surseance van betaling. Surseance van betaling is altijd tijdelijk en wordt gevolgd door een regeling met de schuldeisers of door een faillissement.

Testament.

Een testament is een notariële akte waarin u een regeling voor uw erfenis treft, die afwijkt van de wettelijke regeling dan wel deze aanvult. Iedereen vanaf 16 jaar mag een testament maken.

Verblijvingsbeding.

Woont u samen dan wordt doorgaans een verblijvingsbeding overeengekomen. Een verblijvingsbeding is een – meestal in een notarieel samenlevingscontract – vastgelegde overeenkomst tussen u en uw partner. In die overeenkomst legt u vast dat als één van u overlijdt, de ander de gemeenschappelijke goederen krijgt. Al dan niet tegen betaling van de waarde daarvan. Als u bijvoorbeeld samen eigenaar bent van het huis waarin u woont, of samen inboedel heeft, dan kunt u via het verblijvingsbeding regelen dat de langstlevende van u beiden daar volledig eigenaar van wordt. Een verblijvingsbeding dat niet bij ons – bij de notaris – is opgemaakt, kan achteraf nietig blijken. Met en notarieel vastgelegd verblijvingsbeding is dat uitgesloten.

Verklaring van erfrecht.

In een verklaring van erfrecht staat wie de erfgenamen zijn. Een verklaring van erfrecht wordt door een notaris afgegeven.

Volmacht.

Wilt u bepaalde (rechts)handelingen kunnen uitvoeren namens iemand anders, dan heeft u een – meestal schriftelijke – verklaring nodig. In die verklaring geeft de betreffende persoon u de bevoegdheid om bepaalde (rechts)handelingen voor hem of haar uit te voeren (vertegenwoordiging).

Voogdij.

Voogdij is de zorg die u voor een minderjarige (en voor zijn geld en goederen) krijgt als beide ouders zijn overleden, ouders gescheiden zijn of uit de ouderlijke macht zijn ontzet. Dit geldt ook bij minderjarige kinderen van een ongehuwde moeder.

Vruchtgebruik.

Vruchtgebruik is het recht om goederen te gebruiken die van een ander zijn, en daarvan de ‘vruchten’ (bijvoorbeeld rente) te genieten. Vruchtgebruik eindigt als de vruchtgebruiker overlijdt. Of eerder, als partijen dat zijn overeengekomen of als dat in een testament is bepaald.

Wilsrecht.

Kinderen hebben in het erfrecht zogenaamde “wilsrechten”. Dat is het recht om in bepaalde situaties de eigendom van goederen uit de nalatenschap op te eisen. Bijvoorbeeld als de langstlevende ouder gaat hertrouwen.